Met een trekrugzak een weekend lang samen op tocht trekken langs onbekende wegen. Hoe komen we erbij? En vooral: waarom zou je dat in godsnaam willen doen?
Wij kozen er afgelopen weekend heel bewust voor om een oude traditie nieuw leven in te blazen. Het weekend na Dag van de Jeugdbeweging wordt opnieuw ons weekend. Na de eerste drukke schoolweken en net voor de herfstvakantie knijpen wij er als koppel even tussenuit.
Zo maken we tijd voor elkaar, als partners. Noem het gerust de teambuilding van ons gerust gezin. 😅
In het gezelschap van rood-witte wegwijzers
Dat we de natuur zouden intrekken om er te wandelen, was meteen duidelijk toen we het programma voor ons weekendje in elkaar puzzelden. Het kiezen van een geschikte locatie hield ons daarentegen iets langer in de ban. Zouden we gaan voor een relaxweekend aan de rand van de Kalmhoutse heide? Of kozen toch voor puur avontuur met een tweedaagse treinstapper langs GR-paden in de Vlaamse Ardennen?
Uiteindelijk lieten we het lot beslissen. Oh, wat is het toch moeilijk om keuzes te maken.
Onze eerste treinstapper viel zo goed in de smaak, dat we er deze keer voor kozen om er een tweedaagse van te maken. We stippelden ons parcours uit over de GR122 langs de stations van Gontrode, Munkzwalm en Lierde. Goed voor een tocht van wel 45 kilometer, wat achteraf uiteraard iets meer bleek te zijn.
Via rood-witte wegwijzers lieten we ons stap voor stap van het Scheldeland naar de Vlaamse Ardennen gidsen. Onderweg namen we uitgebreid de tijd om de streek te verkennen. We hadden immers alle tijd, nu we gewoon rustig met z'n twee op pad waren. De vrijheid om de trage wegen ook aan die snelheid te kunnen bewandelen, grepen we met beide handen.
Op de koffie bij de oesterzwamboer
Amper 6 kilometer na ons vertrek werden we al verleid om even van onze route af te wijken. De wegwijzer naar een oesterzwamboerderij had onze aandacht getrokken. Het uitwisselen van enkele blikken volstond om te beslissen om hier even halt te houden. Sinds we plantaardig eten, maken oesterzwammen namelijk een aanzienlijk deel van ons menu uit. Als alternatief voor krabsla of preparé smullen we graag van de spreads van Bonrill, op basis van deze uit de kluiten gewassen paddenstoelen.
Ondanks het feit dat het erf van deze boerderij niet zomaar toegankelijk was, bleven we er toch even plakken. Een bezoekje aan het self-service hoevewinkeltje deed ons watertanden van alle specialiteiten op basis van oesterzwammen.
De kerk van Bottelare had ondertussen al het middaguur ingeluid, dus leek het me een geschikt moment een het oesterzwambier even uit te testen. Om zo'n streekbier optimaal te kunnen degusteren, belde ik toch even aan om een bijpassend glas te vragen. En zo kwam het dat we na een spontane babbel aan de poort uitgenodigd werden op het terras van Ignace, de oesterzwamboer.
Ergens nog jammer dat we geen cameraploeg in ons kielzog hadden. Zo spontaan als het bezoek was, zo hartverwarmend was het ook. Ignace en ik bleken een gemeenschappelijke geboorteplaats te hebben. Maar vooral het feit dat de voetjes van zijn oesterzwammen verwerkt worden in de Bonrill spreads, die ondertussen een vaste plek in onze koelkast hebben, zorgden ervoor dat we in hartelijk gesprek verzeilden. Vooral het verhaal over de werking van maatwerkbedrijf De Kromme Boom bleef ons enorm bij. Jongeren in moeilijkheden krijgen er onder andere door de teelt van bio oesterzwammen de kans om hun leven opnieuw in handen te nemen.
Na een koffie op het zalige zonneterras nam Ignace ons ook op sleeptouw naar zijn trots: het perceel waar Shii-take paddenstoelen op eikenhouten boomstammen werden gekweekt. Aandachtig luisterden we hoe arbeidsintensief dit kweekproces verloopt, maar ook hoe voedzaam en gezond deze paddenstoelen zijn.
Kamperen in gastvrije tuinen
Om helemaal op te gaan in de natuur, leek het ons ook zalig om in de natuur te kunnen kamperen. Omdat wildkamperen in België niet is toegelaten, gingen we op zoek naar alternatieven. De verschillende bivakzones waar je wel terecht kan voor één of meerdere nachten, bevonden zich niet meteen op onze route. Dus kwam Leen met het concept van Welcome to my garden op de proppen. Op die website vind je een netwerk van mensen die hun tuin ter beschikking stellen voor rondtrekkende kampeerders.
Zo kwam het dus dat we ons weekend inzetten in de tuin van Hilde en Marc in Gontrode. Alhoewel, veel van die tuin hebben we niet gezien. We werden er met gastvrijheid overladen. Na een huisgemaakte notenporto kregen we een pastaschotel voorgeschoteld, waarmee we alvast wat vitamines binnen hadden om aan ons avontuur te beginnen. Ook 's morgens werden we uitgenodigd om aan te schuiven aan voor een stevig ontbijt. Het versgebakken brood en de zelfgemaakte confituur smaakten hemels na een nachtje kamperen.
Dat onze timing niet strikt was, had je misschien al door. Na het oesterzwambezoekje, hielden we ook nog halt bij oude bekende in Dikkelvenne. Hierdoor bereikten we onze tweede kampeertuin in het donker. Ook al moesten we de tuin van Lieselotte en Carl met een zaklamp verkennen, toch hadden we meteen door dat deze permacultuur een waar paradijs was. Eens we onze tent hadden neergepoot, konden we ons verwarmen aan en koken op het kampvuur. In de tuin was een ook toilet voorzien met zicht op het kampvuur. De haan van de buren en de kerkklokken trommelden ons de volgende morgen synchroon uit onze tent, zodat we konden genieten van een prachtige zonsopgang bij 4°C.
Samen de tijd nemen
Doorheen het weekend werd het ons meermaals duidelijk hoe lang het geleden was dat we nog eens uitgebreid tijd voor elkaar hadden gehad (en genomen). Eindelijk hadden we nog eens tijd om samen een lang en diepgaand gesprek te voeren. Maar evengoed hadden we samen tijd om van de omgeving te genieten.
Ook al stapten we iets meer kilometers dan ons lief was (55 km in totaal!), toch blikken we vooral terug op een deugddoend weekend. De blaren en de pijnlijke heupen waren we na enkele dagen vergeten. Maar de vitamines waarmee we onze relatie dat weekend hebben gevoed, daar zullen we ongetwijfeld nog lang deugd van hebben.
Comments